Hij had donkere krullen, een ringetje door zijn neus en keek me aan toen ik naast hem kwam zitten op het laatste stoeltje in het halletje van de overvolle trein. Het was niet de gebruikelijke vluchtige scan waarmee reizigers analyseren wat voor een vlees ze in de kuip hebben. Nee, hij was duidelijk uit op een praatje. Maar daar zijn wij forenzende Nederlanders niet zo van, dus staarde ik demonstratief naar mijn schoenen.

Bron: ED